Van Alle Sjoerds naar Alle en Pier Jans


Stamvader:
ALLE SJOERDS

geb. rond 1530 Terwispel - overl. voor 1600

1. Sioerd, geb. rond 1556
2. Eebele, geb. rond 1558
3. Rijeu, geb. rond 1562

Alle Sjoerds wordt genoemd (als Alle Sywrdts) in de belastingregisters van de Personele Impositie, een belastingkohier uit 1578, van Opsterland. Het betreft hier een belasting op het dragen van zijden en fluwelen laken, een luxe-belasting dus. Daaruit mogen we afleiden dat Alle Sjoerds tot de (uiteraard betrekkelijke) élite van Terwispel behoorde. Hij wordt daarin aangeslagen voor 1 Car.gld.


In de Personele Impositie komen ook namen van mogelijke broers van Alle Sjoerds voor: Otte, Melle, Tyerck en Jeen Sjoerds. Omdat Eeble een zoon Otte heeft is in ieder geval Otte Sjoerds aannemelijk als broer.

Generatie 1:
EEBELE ALLES

geb. rond 1558 Terwispel - ov. 1617-1619 Lippenhuizen
x(1) Eets Hartmans rond 1580
x(2) Auck Foppes rond 1600

uit het eerste huwelijk:
1. Saak, geb. rond 1580
2. Alle, geb. rond 1585
?. Joucke, geb. rond 1595
3. Hedman, geb. rond 1592
uit het tweede huwelijk:
5. Otte, geb. rond 1590



OPS 106-140 (30-10-1617): In deze akte wordt Eebele Alles als koper van onroerend goed vermeld: Eeble Alles en sijn huisvrouw doen oproepen de helfte van de oosterse vier mat maden in de Langemuwe gelegen ten suden streckende van de opmenninge ten noorden int Coenings(diept)

Generatie 2:
OTTE EEBELES

geb. rond 1590 - ov. na april 1653 en voor mei 1657 te Lippenhuizen
x Feick Jenckes, 17-8-1626 gerecht Opsterland
geb. rond 1600 - ov. 1630/1632
dv Jencke Doeijes en Sjouck Fritsens
x Aat Ates, 21-2-1632 Opsterland
geb. rond 1600 - ov. na december 1660
Aat hertrouwt op 1 april 1658 Tierck Bonnes

uit het eerste huwelijk:
1. Eebele, geb. rond 1627
uit het tweede huwelijk:
2. Feik, geb. rond 1632
3. Jets, geb. rond 1635
4. Ate, geb. rond 1635
5. Hans, geb. rond 1640 - ov. na nov. 1667
6. Saak, geb. rond 1648

Van één aankoop van Otte Eebeles zullen zijn nakomelingen nog lang profijt hebben: in 1630 koopt hij van zijn schoonvader de helft van boerderij Lippenhuizen 21. Deze zathe zal generaties lang in bezit van de familie blijven. De andere helft wordt door zijn oudste zoon geërfd en zo staan in het eerste stemcohier van 1640 als eigenaren vermeld 'Otte Eebeles en zijn voorkint', d.w.z. het kind uit zijn eerste huwelijk. Op 17 juni 1652 verkoopt Otte de helft van de zate (doch exempt 50 van de beste bomen) aan zijn zoon Eebele voor 1900 Ph.gld.

Generatie 3:
EEBELE OTTES

geb. rond 1627 Lippenhuizen - ov. april 1670 te Langezwaag
x (1) Willemke Hendriks, 1649 Surhuisterveen
x (2) Lipk Fookes, 11-3-1652 Langezwaag
geb. rond 1627 Langezwaag - ov. na juni 1665
dv Fooke Feddes en Sjouk Tiebbes

1. Otte, geb. 1655
2. Fooke, geb. 1659
3. Sjouk, geb. rond 1660 - maart 1676
4. Tiebbe, geb. 1661
5. Hans, geb. 1662


Den 29e Januarij 1652 aengegeven.
Men laet een ijder weeten dat Eble Ottes van Leppenhuijsen en Liepck Foocke dgr van Langeswagen gedencken haer inden echten staet te geven.
Soo iemant hem hiertegens gedenct te opponeren mach men spreken en naemaels swijgen. 't Laeste gebot den 11e Martii 1652.

Generatie 4:
OTTE YBLES
geb. 1655 - ov. 1741 Lippenhuizen
tr. voor 1-4-1680 Tietske Jans
geb. rond 1655 te Terwispel - ov. na 1734

1. Jan, geb. rond 1680
2. Yble, geb. rond 1680
3. Sytse, geb. rond 1685
4. Joukje, geb. rond 1685
5. Lipkjen, geb. rond 1690, overl. 1721
6. Hidser, geb. rond 1690
7. Wytske, geb. rond 1700

Otte Ybles wordt boer op de boerderij van zijn vader, Lippenhuizen 21. Zijn bezit wordt behoorlijk uitgebreid wanneer zijn vrouw Lippenhuizen 19 verwerft. Hoe dit precies in zijn werk gegaan is, is niet duidelijk. Er is geen proclamatie van verkoop gevonden, maar omdat de vorige eigenaar familie was van Tietske Jans is aankoop via het niaerrecht of vererving mogelijk.
In de tijd van Otte Ybles komt in zijn woonplaats de vervening op gang. Otte wordt in latere stukken wel als veenbaas aangeduid en ook zijn kinderen worden hiertoe gestimuleerd. Bij zijn leven nog wordt zijn hoogveenbezit onder hen verdeeld.
Otte Ybles staat vermeld in het lidmatenboek van de Doopsgezinde Gemeente van Gorredijk van 1707:



Generatie 5:
JAN OTTES
geb. rond 1680 - overl. maart 1721 Heerenveen
tr. Trijntje Harryts, 15-5-1707 IJlst
ged. 18-10-1685 IJlst - overl. voor 1721
dv. Harryt Freericx en Jetske Ruijrdts
tr. 24-3-1720 Grietje Jans
geboren na 1696
dv Jan Oedses en Corneliske Wybes

uit het eerste huwelijk:
1. Jetske, ged. 12-8-1708
2. Ruurd, ged. 10-8-1710 - overl. voor 1721
3. Wytze, geb. rond 1712
uit het tweede huwelijk:
4. Trijntje, geb. 1720/1721

Jan Ottes is de eerste voorvader die niet het boerenbedrijf ingaat, maar kiest voor de handel. Hij vestigde zich in Heerenveen. De producten die hij verhandelt hebben echter wel veel met het boerenbedrijf te maken: veekoeken, rogge, boekweit, boter, kaas, bonen, zeep en jenever komen voor op de rekeningen, die na zijn dood aan de voogden van zijn kinderen worden betaald.
Jan Ottes is vrij jong, vlak na zijn tweede huwelijk gestorven. De maand van overlijden is op te maken uit het Proclamatieboek van Opsterland, waarin vermeld staat dat Jan Ottes en zijn broers en zusters een perceel veen willen kopen:

Jan Ottis coopman opt Herenveen, Yble en Sijtse Ottis huisluiden tot Lippenhuisen en Terwispel, Jouck Ottis huisvr. van Gosse Hansis huisman in de Langeswagen gesterckt met deselve, Hidser Ottis vrijgesel tot Lippenhuisen en Wyts Ottis gesterckt cum patre Otte Yblis elck voor een gerechte sesdepart' kopen een perceel veen te Lippenhuizen van hun neef en nicht Oene en Lipkje Fookes voor 275 Car.gld.

Tussen de eerste afkondiging (6-2-1721) en de laatste (8-5-1721) overlijdt Jan Ottes. In de marge van de akte verklaren Otte Ybles als bestevader over de wezen en Jan Oedses als vader van Grietje Jans, die dan nog minderjarig is, dat het deel van Jan Ottes door de vijf broers en zusters wordt overgenomen. Een jaar later kopen Gosse Hanzes en Joukje Ottes het gehele perceel.

Generatie 6:
WYTZE JANS
1712 Heerenveen - 13-11-1788 Hemrik
x Jeltje Alles, Wijnjeterp 23-7-1747
1718 Lippenhuizen - 8-3-1807 Hemrik
dv Alle Gurbes en Tjaltje Sjoerds

1. Jan, ged. 30-6-1748, 6 weken oud - overl. voor 1755
2. Tjaltje, ged. 4-7-1751 Hemrik
3. Jan, ged. 6-10-1754, 8 weken oud
4. Alle, ged. 1-4-1759, 9 weken oud

Wytze Jans koopt in 1741 als vrijgezel een huis te Gorredijk, maar vertrekt na zijn huwelijk naar Lippenhuizen. Hij woont daar aan de vaart naast zijn oom en voogd Gosse Hanzes. In het Quotisatiecohier staat hij omschreven als 'arbeijder redelijk in staat'. Uit de aanslag kan een vermogen van 600 Car.gld. afgeleid worden.
Het zal zijn oom en voogd Gosse Hanzes geweest zijn, die Wytze Jans met geld en vakkennis heeft geholpen in de vervening. In 1754 koopt hij al voor meer dan 2000 Car.gld. hoogveen in Lippenhuizen aan. In 1760 wordt Wytze Jans inwoner van Hemrik, waar hij zich vestigt bij de in 1755 aangelegde sluis. In een akte uit 1763 wordt hij aangeduid als 'veenbaas en vallaatsman' en treedt hij dus ook als sluiswachter op. Dat zijn zoons Jan en Alle zich in 1812 Van der Sluis noemen heeft dus een duidelijke reden.
Toch wordt de Opsterlandse Compagnonsvaart, die als transportweg zo'n grote rol speelt in zijn leven, hem nog noodlottig: in een bewaard gebleven kerkboek van zijn kleinzoon Wytze Jans staat dat diens grootvader 'in het water gestorven' is.
In de kerk van Lippenhuizen bevond zich een grafsteen met opschrift:
1807 den 8 maart is in den heere gerust
de eerbare Jeltje Alles
in leven huisvrouw van Wytze Jans
oud zynde 88 jaren en ligt alhier gegraven


Een pagina uit een familiebijbel met de vermelding
van enkele overlijdensdata uit deze en de volgende generatie.


Generatie 7:
ALLE (WYTZES)
22-1-1759 Hemrik - 16-5-1841 Hemrik
x Froukjen Luitzens, Hemrik 16-2-1783
ged. 9-4-1758 Duurswoude - 20-7-1809 Hemrik
dv Luitzen Luitzens en Aaltje Jans

1. Wytze 18-11-1783 Hemrik - 3-10-1847 Wijnjeterp
2. Luitzen 11-8-1785 - 12-4-1790 Hemrik
3. Jan 30-7-1787 - 21-4-1863 Hemrik
4. Jeltje 20-6-1789 - 5-10-1789 Hemrik
5. Luitzen 6-8-1790 Hemrik - 24-5-1840 Gorredijk
6. Ruurd 8-1-1792 Hemrik - 14-10-1835 Bunde
7. Sybe 28-8-1793 - 14-9-1797 Hemrik
8. Jeltje 23-10-1796 - 17-9-1797 Hemrik

Alle Wytzes speelde een belangrijke bestuurlijke rol bij de vervening in Hemrik en Wijnjeterp. Hij was een der 'architecten' bij het ontwerpen van de 'Laweiscontracten', arbeidscontracten waarbij de rechten en plichten van de veen bazen en -arbeiders werden vastgelegd. Van 1798 - 1832 was Alle Wytzes ontvanger van de Opsterlandse Veencompagnie. Volgens J.Visser in 'Inventaris van het archief van de Opsterlandse Veencompagnie' was dit een consortium van aanzienlijke personen die als kapitaalverstrekkers optraden met betrekking tot de ontginning van hoogveengebieden. De ontvanger voerde het beheer. Hij ontving o.a. huis- en landhuren, inkomsten uit de vaarten met sluizen, bruggen en wallen, zetgeld, hond- en grondgelden en hij betaalde het onderhoud van vaarten, sluizen, etc. en belastingen en diverse andere posten.
Op 27 mei 1806 werd Alle Wytzes van der Sluis benoemd in het bestuur van de gemeente Opsterland. In 1811 werd hij 'maire' (burgemeester) van Lippenhuizen (in de Napoleontische tijd was Opsterland verdeeld in de mairieën Beetsterzwaag, Lippenhuizen, Gorredijk, Langezwaag en Ureterp. De mairie Lippenhuizen omvatte de dorpen Lippenhuizen, Hemrik en Wijnjeterp). Een achterkleinzoon van Alle Wytzes, Jacob Jans, schijnt de eresabel van de maire nog in zijn bezit te hebben gehad, maar deze te hebben gebruikt voor het snoeien van wilgenbomen!
In 1813, toen de Prins van Oranje werd uitgeroepen tot souverein vorst, werden de maires afgezet en door schouten vervangen. In die tijd was het waarschijnlijk niet zo erg dat men met de bezetter collaboreerde, want op 30 april 1814 werd in Lippenhuizen als schout aangesteld.... Alle Wytzes van der Sluis.


de akte waarmee Alle Wytzes als adjunct maire
de achternaam Van der Sluis laat vastleggen

Generatie 8:
JAN (ALLES)
30-7-1787 Hemrik - 21-4-1863 Hemrik
x Geeske Piers HEMRICA, Opsterland 29-3-1811
19-2-1788 Lippenhuizen - 14-6-1818 Hemrik
dv Pier Sytzes Hemrica en Akke Teijes
x Tjaltje Jans VAN DER SLUIS Opsterland 14-4-1825
30-11-1795 Hoornsterzwaag - 8-8-1874 Hemrik
dv Jan Wytzes van der Sluis en Hylkjen Sytzes

Uit het eerste huwelijk:
1. Alle, 3-4-1813 Hemrik
2. Aaltje, 12-4-1815 Hemrik
3. Pier, 1-7-1817 Hemrik

Jan Alles ontpopte zich in de loop der jaren als een ondernemer van formaat. Eerst hield hij zich in de voetsporen van zijn vader uitsluitend met de vervening bezig. Hij zag echter spoedig in dat veel van de verdiensten in de vervening naar buiten de provincie vloeiden, en dat het voor een optimaal rendement noodzakelijk was de turf zelf voor industriële doeleinden te gebruiken. Hiertoe stichtte hij de kalkovens te Gorredijk en kocht hij daar de houtzaagmolen. Ook de transportketen wilde hij beheersen: bij zijn overlijden participeerde hij voor 50 % in de beide scheepswerven te Gorredijk.

Naar top